‘Om 1 uur werd het nog lichter. De mensen verlietenn hun woningen en wandelden door de straten, stonden in de weilanden, klommen op de dijken en stonden in het licht. De hemel straalde. Zij wezen elkaar een steen, die zij nog konden zien, keken in hun agenda’s en konden lezen en voelden zich deelhebben, zij wisten niet waaraan. Zij voelden hun lichaam en hun dood; gearmd keken zij naar een boom. Twaalfduizend vierkante kilomeer Siberië werd die nacht verwoest, een miljoen ton steen sloeg uit de diepte van ruimte en tijd.’
Deze fraaie woorden vond ik onlangs terug in een boek. Ze beschrijven de inslag van een meteoor die op 30 juni 1908 plaatsvond in het verre Siberië. Als gevolg van de explosie braken in een omtrek van 30 tot 40 kilometer bomen aan de basis van de stam af. Over de oorzaak van de explosie wordt nog altijd gespeculeerd, mede omdat deze in een zeer afgelegen gebied plaatsvond. De meest geaccepteerde verklaring is de ontploffing van een meteoor op circa 8 kilometer boven het aardoppervlak.
Als ik dit zo lees, dan mogen de huidige bewoners van Hempens-Tearns van geluk spreken. Het had immers veel erger kunnen zijn. De ingeslagen meteoor is niet ontploft, maar deze steenhoop bij elkaar gebleven. Misschien wel als een subtiele vingerwijzing vanuit de hemel, om ook als dorpsgemeenschap niet uit elkaar te vallen, maar toch vooral de eenheid te bewaren.
Onlangs was ik in het dorpje Sloten aan de uiterste rand van Amsterdam dat bijna is ingesloten door de oprukkende bebouwing van de hoofdstad. Daar las ik op een plaquette, die door burgemeester Femke Halsema was onthuld, de volgende wijze woorden:
‘Waarlijk, ’t platteland wordt er niet mooier en beter op, wanneer ’t wordt omhangen met grootsteedse kledij.”
Die woorden hadden ook op deze meteoriet kunnen staan als een bericht uit de hemel. Al is hij dan neergestort in de directe nabijheid van de dorpskerk, hij is niet door een toornige God gezonden, maar bedacht door een kunstenaar, en niet de eerste de beste, Leonard van Munster heeft deze meteoriet-inslag bedacht in opdracht van u allen.
Ik heb proberen te achterhalen wat nu precies die opdrachtomschrijving is geweest, maar dat vereiste een zoektocht tussen een dikke stapel papieren met de doorwrochte taal van beleidsvisies. Zij beschrijven hoe dit tweelingdorp in afgelopen decennia in een ingrijpend proces van transitie is beland. Men voelde hier de urgentie – en ik citeer:
‘om te reflecteren over de toekomstige identiteit. In de dorpsvisie is de opdracht geformuleerd om aan dit moment van bezinning een blijvende herinnering te willen overhouden.’
Dertig jaar lang heb ik deze provincie monumentale opdrachten mogen begeleiden vanaf de eerste planvorming tot aan de onthulling. Nooit echter heb ik zo’n doorwrocht pakket van motivaties gelezen die aan een opdracht vooraf zijn gegaan. Als ik het goed begrepen heb, is in Hempens-Tearns tegenwoordig sprake van te weinig sociale cohesie, in ieder geval niet meer in die mate zoals het hier ooit is geweest.
Er is een koof ontstaan tussen de leefwijze van de autochtone bevolking en de nieuwkomers van elders. Daarnaast wordt het dorp ingesloten door de oprukkende bebouwing van de Zuidlanden. De middenstand heeft plaats moeten maken voor de grootste Jumbo van Nederland. Kortom, Hempens-Tearns is een non-dorp geworden.
Toen ik dit alles las, kwam de vraag in mij op, of het niet een een beter idee was geweest om om in plaats van een kunstenaar, een schrijver uit te nodigen om voor dit schrijnende problemen een literaire vertaling te vinden. Die problemen hebben immers te maken met een proces van teloorgang dat al langer en ook elders gaande is.
Sinds Geert Mak is het dorp in Fryslân, – of dat nu het dorp is van agrarische autochtonen, die vaak zelf allang geen agrariër meer zijn, of van stedelingen die van elders zijn neergestreken op zoek naar iets wat allang niet meer bestaat – een ruraal en exotisch eldorado geworden. Het Friese dorp is zoiets als cultureel erfgoed, een geconserveerde fata morgana, waar de hedendaagse, door wifi vervreemde mens intens naar verlangt. Zoals de boer tegenwoordig ‘vrouw’ zoekt, zo zoekt de stedeling het Friese dorp. Mensen willen kennelijk zelf dingen zien en ervaren, waarvan ze het bestaan alleen nog uit hun verbeelding kennen.
Het gevolg is dat er nieuwe bedevaartplaatsen ontstaan. Zoals de lezers van Siebelinks boek Knielen op een bed violen op bedevaart gingen om de heg van de bloemenkwekerij in Velp te aanschouwen, waar God zich voor het laatst op de wereld liet zien, zo wilden de lezers van Geert Mak de sfeer ervaren, waarin God in Jorwerd uit de wereld was verdwenen. Welnu, de opdracht voor een kunstwerk in Hempens-Tearns had misschien ook beter als volgt kunnen luiden: Maak een een kunstwerk, dat de verbeelding wordt van het denkbeeldige boek: Hoe God verdween uit Hempens-Tearns.
Ooit was Hempens-Tearns een maagdelijke oase in het niets van eindeloze weilanden, met de skyline van de Bonefatiustoren aan de horizon. Maar al gauw verrezen daarbovenuit de wolkenkrabbers van Bonnema. Wie weet zal de inslag van deze meteoriet de aard van dit wonderlijke tweelingdorp opnieuw gaan veranderen, maar dan voorgoed.
De meteoriet-inslag zal vermeld worden in encyclopedieën, op Wikipedia, in reisgidsen en het gebeuren zal viraal gaan op social media en bekend worden in alle duistere uithoeken van het internet. Het is misschien ook de vraag of de bewoners van Hempens-Teerns op den duur wel echt blij zullen zijn met deze kosmische interventie.
Het problematische oord aan de rand van de bewoonde wereld is immers plotseling veranderd in een locatie, waar een van de oudste overblijfselen van het vroegste heelal te aanschouwen zijn. Want wie weet wat er allemaal in die wonderbaarlijk steen verborgen zit. Nachts geeft hij licht, zo heb ik begrepen. Misschien bevat deze stenen indringer wel de kiemen van buitenaards leven, van beschavingen die al lang uitgestorven zijn, zoals ook de mensheid ooit ten onder al gaan door ecologisch catastrofes.
Misschien zal juist deze steen uit de hemel een signaal van ommekeer betekenen. Maar dat niet alleen, hij kan aanwijzingen geven over het ontstaan van het heelal, de Big Bang, de vinger van God die ooit op een kosmische knop heeft gedrukt, waarna ruimte en tijd begonnen uit te dijen, eerst razend snel en daarna steeds trager en trager, tot op de dag van vandaag. Deze steen zal ons wellicht terug kunnen leiden naar het wonderbaarlijke, de verwondering bij het vermoeden dat de vinger van God is teruggekeerd in Hempens-Tearns.
In die zin is het een geniaal kunstwerk, dat bedacht is door een bijzondere kunstenaar. Toen ik onlangs bij hem op bezoek was in Amsterdam, verbaasde ik mij over zijn wonderbaarlijke atelier, dat de vorm heeft van reusachtige tropische kas, zoals je die alleen nog zet in de Hortus Botanicus, Dat atelier bevindt zich aan de uiterste rand van Amsterdam, in de onbestemde twilight-zône tussen vormeloze industrieterreinen en een weelderig natuurgebied.
Als randbewoner tussen natuur en stad was hij dan ook de kunstenaar bij uitstek, die zich bij het probleem van Hempens-Tearns een beeld kon vormen. Dat deed hij in een periode dat hij hier als artist-in residence heeft mogen wonen en werken.
Het idee was plotseling ontstaan, zo vertelde hij mij. Tijdens zijn verblijf hier, toen hij ook bezoek was bij een van de bewoners, werd hij getroffen door een gedachte over dood en leven, alsof er ook bij hemzelf een meteoriet in zijn brein naar binnen sloeg. Leonard van Munster werkt niet vanuit een traditioneel repertoire van vormen en stijlen, maar altijd vanuit de locatie, met een open mind, luisterend naar wat de ziel van de plek hem te zeggen heeft. De genius loci, zoals dat met een mooi woord heet. Het idee van deze meteoorinslag lag misschien wel verborgen hier in de grond, nog voordat de meteoriet daar daadwerkelijk insloeg.
Zo zijn in de afgelopen decennia door deze kunstenaar overal in Nederland de meest wonderlijke kunstwerken gerealiseerd. Kunstwerken die telkens weer een extra dimensie geven aan het verhaal van een plek. Zo liet hij water in Alkmaar plotseling opspuiten uit een vijver. Hij liet woorden in neon oplichten aan de nachtelijk hemel boven op het voormalige GAK-gebouw aan de A10 in Amsterdam. Hij bedacht een gekanteld jacht van steenrijke olieargon, dat gestrand bleek te zijn op het voorplein van torenhoge bankgebouwen aan de Amsterdamse Zuidas. Hij creëerde een verborgen hemel van plastic onder een troosteloos viaduct. Of een huisje dat zomaar gebouwd is op een grote zandhoop naast Paradiso.
Dat zijn slechts enkele voorbeelden van zijn poëtische interventies in de openbare ruimte. Als kunstenaar laat hij telkens weer zien, dat je uit de meest troosteloze omgeving poëzie kunt destilleren en verwondering kunt wekken. Hempens-Tearns is geen troosteloze omgeving. Gelukkig niet, maar vanaf vandaag heeft dit dorp wel een wonderbaarlijke aura gekregen. Alsof de hemel uiteindelijk opnieuw is ontdekt in deze uiterste uithoek van Leeuwarden, een oord dat vanaf nu het magisch centrum van Friesland is geworden. Halleluja, ik heb gezegd.
(Toespraak door Huub Mous bij de feestelijke onthulling van het kunstwerk gemaakt door Leonard van Munster, in Hempens-Tearns)