Een folly (Engels: dwaasheid) is een wonderlijk bouwwerk dat met opzet nutteloos of bizar is. Dergelijke gebouwen zonder functie waren in de 18de eeuw een rage onder Engelse landgoedeigenaren. In deze bouwsels greep men veelal terug op andere tijden en culturen zoals Griekse tempels, Chinese pagodes en zelfs volledige dorpen die het leven op het platteland verheerlijkten. Als het ontbrak aan inspiratie of geld, werd een ‘frefab’ of ‘zelfbouwfolly’ besteld. Er zijn weinig follies bewaard gebleven. Een beroemde zelfgemaakte folly is die van postbode Ferdinand Cheval (1836-1924) in Hautrives, Frankrijk. Cheval wijdde 33 jaar aan het bouwen van zijn Palais idéal met stenen die hij vond tijdens zijn postronde.
Ook Beeckestijn kende zijn ‘tuinversiersels’. Op de oude gravure van tuin/landschapsarchitect J.G. Michael staan alle follies die Beeckestijn ooit heeft gehad zoals een kluizenaarshut, triomfboog, kapel, menagerie en oranjerie. Alleen de kapel, het oudste neogotische bouwwerkje van Nederland, is bewaard gebleven.
Dat het begrip ‘folly’ en de buitenplaats niet aan belang hebben ingeboet als inspiratiebronnen, kwam goed naar voren bij de fantasierijke ontwerpen. De komende tijd werken de deelnemende kunstenaars verder aan de nieuwe follies geïnspireerd op de plek van de verdwenen kluizenaarshut of de bunkers van Beeckestijn. Variërend van een windharp, een hondenfolly met ‘dogwalk’, tot een drijvende stad in de vijver.
De tentoonstelling refereert aan het verleden van de buitenplaats als plek van rust en contemplatie. Een plek om te reflecteren over de ‘waardevolle nutteloosheid’ van het menselijk bestaan. Deze tentoonstelling versterkt de bestaansreden van Beeckestijn – ook als ‘buitenplaats voor Amsterdammers’. En dat is nodig om ervoor te zorgen dat deze historische plek niet zelf in eenfolly verandert!
De tuin is geopend van zonsopgang tot zonsondergang.
Photo: Matthijs Immink